Zomerparkfeest duurzaam voorbeeld in festivalwereld

Het Zomerparkfeest in Venlo geldt als het grootste en belangrijkste cultuurfestival van Noord-Limburg. Elk jaar trekt het tienduizenden bezoekers van alle leeftijden en uit alle windstreken, die zich in het Julianapark vier dagen en avonden te goed doen aan een mix van muziek, theater en een groeiend culinair aanbod. Steeds nadrukkelijker heeft de organisatie daarbij oog voor duurzaamheidsaspecten. Onder leiding van bestuurslid Peter Kerkhoff heeft Zomerparkfeest zelfs een team dat zich daar mee bezighoudt. „Ik denk niet dat er veel evenementen in Nederland zijn die zo intensief over duurzaamheid nadenken”, zegt Peter Kerkhoff. „Je zult ons niet betrappen op green washen, zoals sommige festivals doen door te claimen dat zij het groenste festival zijn. Wij willen geen uitspraken doen die we niet waar kunnen maken. Wij zeggen daarom niet dat we duurzaam zíjn, wel dat we er heel hard aan werken om dat voor elkaar te krijgen.”

 

Groen moet hand in hand gaan met festivalbeleving

„De dingen die wij bedenken zijn nooit louter bedoeld om kosten te besparen of milieuvoordeel mee te behalen. Ze moeten ook leiden tot een mooiere of waardevollere festivalbeleving voor de bezoekers. Een voorbeeld daarvan is de nieuwe indeling van het terrein die we introduceerden. Dat deden we voor een betere beleving. Tegelijkertijd had de nieuwe indeling organisatorische en logistieke voordelen. We hadden veel minder vervoersbewegingen, wat benzine en diesel scheelt.”

 

Toch nog plastic wegwerpbekers

Niet altijd is gaan voor duurzaamheid makkelijk. Een mooi voorbeeld is het ‘gevecht’ rond de vraag wat de minst schadelijke beker is om drank in te verkopen. „Jarenlang schonk het Zomerparkfeest drank in glazen, maar iedereen werd het er al lang geleden over eens dat dit uit veiligheidsoverwegingen niet langer verantwoord was. Toen zijn we overgestapt op plastic wegwerpbekers.”

Dat leverde een berg afval op. „Om daar een einde aan te maken, kregen we vervolgens herbruikbare plastic bekers. Dat leek ons beter voor het milieu. Maar het afwassen van die bekers betekent ook een enorme milieubelasting, alleen al vanwege de grote hoeveelheid water die daar voor nodig is. Bovendien zijn onze bezoekers gewend om de bekers op de grond te gooien. De herbruikbare bekers werden daardoor gezandstraald, waardoor ze na een paar afwasbeurten ondoorzichtig werden. Een biertje in zo’n beker zag er niet smakelijk uit. Dat was weer niet goed voor de baromzet, waar wij als gratis festival vrijwel volledig van afhankelijk zijn. Dus werd het exit herbruikbare beker.”

Toen ging het Zomerparkfestival over op bekers van maïszetmeel, omdat die composteerbaar zou zijn. „Dat was ook zo, alleen niet binnen de daarvoor geldende termijn van vier weken, waardoor de bekers uiteindelijk nog in de verbrandingsoven terechtkwamen. Bovendien kwamen we erachter dat de bekers gemaakt waren van genetisch gemanipuleerde maïs en daar staan wij als festival sowieso niet achter. Bij gebrek aan een beter alternatief zijn we toen weer teruggegaan naar de plastic glazen. We bieden die tegenwoordig wel separaat als grondstof aan onze afvalverwerker aan. Dat kan in ons geval, omdat wij de bekers inzamelen. Daardoor kunnen we zorgen voor een redelijk gesloten cyclus.”

Recent hoorden ze in Venlo dat er nu wel een biologisch afbreekbare maïsbeker is. „Daar zijn we wel in geïnteresseerd, maar we stappen pas over als het in alle opzichten een goed alternatief is voor de plastic wegwerpbekers die we nu recyclen.” Kerkhoff benadrukt dat het bekerverhaal eigenlijk meer een symbolische waarde heeft dan dat het een wezenlijke bijdrage levert aan de circulaire economie. Er kunnen namelijk héél veel plastic bekers samen worden geperst in een kubieke meter.

 

Groene stroom

Minder zichtbaar voor het publiek, maar onder de streep belangrijker dan het recyclen van bekers, is het verhaal achter de stroomvoorziening in het Julianapark. Tot 2014 draaiden de koelingen, de versterkers en de verlichting in het park op de stroom die werd geleverd door een stuk of twaalf dieselaggregaten. Kerkhoff: „Die stonden vierentwintig uur per dag aan. Samen hadden ze een enorme CO2-uitstoot en bovendien veroorzaakten ze een boel lawaai.” Een milieuvriendelijk alternatief was voor Zomerparkfeest moeilijk te vinden, omdat het festival met opbouwen en afbreken erbij maar een week of twee per jaar stroom nodig heeft. Een vaste stroomvoorziening is dan veel te duur. Kerkhoff: „In 2014 hebben we met de andere evenementen in het Julianapark – Stereo Sunday, Lekker Venlo en de Venloop – rond de tafel gezeten om te praten over de mogelijkheid om gezamenlijk een vast stroompunt met groene stroom in het park te laten aanleggen. Dat is uiteindelijk gelukt. Zomerparkfeest heeft daar een aparte stichting voor in het leven geroepen. Het grote voordeel is nu dat we allemaal goedkoper uit zijn en tegelijkertijd duurzaam in Nederland geproduceerde stroom kunnen inkopen. Het leukste compliment dat ik daarover heb gehoord is dat een omwonende zei: als ik nu ’s ochtends wakker word tijdens het festival hoor ik de vogels weer fluiten in plaats van het lawaai van aggregaten.”